Je eerste triathlon

Tips 'n trucs

Je hebt besloten om aan een triathlon mee te doen. Je loopt al langer hard en fietsen gaat je ook goed af dus dat zwemmen doe je er ook wel bij. Maar hoe pak je dat verder aan?

Het lijkt zo simpel, inschrijven, tas pakken en klaar. Maar waar let je op bij je eerste wedstrijd? Waar schrijf je je voor in, welke kleding trek je aan en hoe steekt die wissel in elkaar? In dit artikel alles op een rijtje voor je eerste triathlon.

De afstand

Zoals je ook in het artikel over de afstanden van triathlon kunt lezen zijn er verschillende afstanden om uit te kiezen. De lengte die je kiest hangt natuurlijk af van je trainingsinspanning. Maar kijk niet alleen naar het onderdeel dat je het gemakkelijkst afgaat. 10 kilometer lopen kan voor jou niet veel zijn maar daar hoort ook 1 of 1,5 kilometer zwemmen en 40 kilometer fietsen bij. Kies dus een afstand die je ontspannen kunt finishen.

Welke wedstrijd?

Geen wedstrijd is gelijk. Neem bijvoorbeeld het zwemwater. Zwem je gemakkelijk dan kun je kiezen voor een wedstrijd in open water. Maar ook daarin heb je verschillen. Het water in een kanaal is vaak rustiger dan dat in de zee of een meer. Ben je onzeker of onervaren met zwemmen, dan kun je kiezen voor een wedstrijd in een zwembad.

Ook loop- en fietsparcours kunnen je keuze beïnvloeden. Een vlakke rit met wind tegen door de polder of een fietsonderdeel met Limburgse heuveltjes. Twijfel je of een parcours je ligt vraag dan eens rond bij clubleden, op forums of bij de wedstrijdorganisatie. Vergeet ook niet te kijken naar de reistijd en het starttijdstip van de wedstrijd.

Kledingkeuze

De selectie van kleding kan een grote stressfactor zijn, daarom een paar handige tips. Het doel van de wedstrijd is om zo snel mogelijk te zijn en dus moet je zo min mogelijk tijd besteden aan de wissels. En dus is het niet gebruikelijk dat je je tussen de onderdelen afdroogt en omkleed. Doel is je kleding zo te kiezen dat je alle drie de onderdelen in dezelfde set te doen.

Je begint uiteraard met een goede sportbeha, daarin moet je kunnen hardlopen maar je moet er ook in zwemmen. Kies dus voor een beha van sneldrogende stof, met een katoenen beha die niet droogt koel je te snel af op de fiets.

Speciaal voor triathlon zijn er trisuits te koop. Dit is een pak aan 1 stuk. Het materiaal droogt snel dus ben je na het zwemmen snel droog. Het pak sluit nauw aan zodat je in het water weinig weerstand hebt. Verder zit er een dunne zeem in. Daarmee heb je enig comfort op de fiets, maar deze is zo dun dat je er geen last van hebt met het hardlopen. Op de rug zitten zakjes voor voeding. Het gemakkelijkste is dus zo’n suit te kopen of te lenen. Er zijn ook tweedelige sets bestaande uit een korte of lange top en broek. Een tweedelige triathlonset moet ook voldoen aan de hierboven opgenoemde eigenschappen.

Heb je geen trisuit probeer dan een kleding combinatie te vinden waarin je kunt zwemmen, fietsen en lopen. Kies bijvoorbeeld voor een strakke hardloopbroek, daarin kan je zwemmen, fietsen en lopen. Je kunt daaronder je badpak en een sportbeha aan trekken. Vooral op warme dagen kun je prima fietsen en lopen in je badpak. Is het daar te koud? Dan kun je bij de eerste wissel een fiets- of loopshirt klaar leggen dat je over je badpak aantrekt.

Je kunt er ook voor kiezen je loopbroek pas in de eerste wissel aan te trekken. Maar let wel op dat je met natte benen uit het water komt dus dat het aantrekken van een broek wat moeite kan kosten.

Je kunt kiezen voor pedalen met toeclips, dit zijn bandjes op je pedalen. Je kunt met je hardloopschoenen fietsen en dat scheelt tijd bij de wissel maar kost comfort en kracht op de fiets. Je kunt ook kiezen voor aparte loop- en fietsschoenen.

Inpakken

Pak de avond voor vertrek je tas in. Let goed op dat alles er in zit:

• Sportkleding
• Kleding voor naar afloop
• Loop- en fietsschoenen
• Douchespullen
• Helm (verplicht)
• Zonnebril
• Sportdrank en voeding voor tijdens de wedstrijd
• Wetsuit (soms verplicht)
• Voeding voor vooraf en na de wedstrijd
• Zwembril en een badmuts (badmuts is verplicht)
• Startnummerband of stuk elastiek
• Veiligheidsspelden
• Eventueel een chip
• Wedstrijd- en route-informatie
• NTB pas (als je lid bent)
• Geld
• Check of je balhoofd geen speling heeft, je ligstuur vast zit en je remmen het doen i.v.m. een startverbod.
• Pomp en plaksetje

Loop ’s morgens je tas nog even door. Een handig hulpmiddel bij de controle is de dag in je hoofd door te lopen. Dus je komt aan bij de wedstrijd, dan ga je je startnummer ophalen (wedstrijdinfo en NTB pas mee). Inchecken in Parc Fermee, dus zorg dat je fiets in goede conditie is. Spullen klaarleggen in PF, zwemkleding aan, schoenen klaarzetten etc.

De wissel

Probeer de wissel in je hoofd te trainen, dan weet je bij de echte wissel sneller wat je moet doen. Kijk waar je de wisselzone inkomt en weer uitgaat. Zorg dat je spullen goed staan, dus niet dat je je fietsschoenen nog uit je tas moet vissen. Bevestig je startnummer op de startnummerband, plak je nummer op je fiets (niet op het frame dan krijg je hem er niet meer vanaf maar om een remkabel).

Maak het riempje van je helm vast los en zorg dat de veters en het klittenband van je schoenen los zijn zodat je er zo in stappen. Voor je veters zijn speciale snelsluiters of elastische veters te krijgen, dan kan je ze snel sluiten zelfs met koude handen. Probeer in de wisselzone nog even een slokje sportdrank te nemen.

Belangrijkste tip:
Probeer nooit nieuwe dingen uit (m.u.v. je eerste wedstrijd waarbij alles nieuw is) in een wedstrijd. Dus geen nieuwe banden, ligsturen of kleding waarmee je nog niet eerder goed getraind hebt.