Blog: Adembenemend

juli 19, 2015 //

Ik sta tot mijn enkels in het water, wankelend. Naast me rent een meisje van een jaar of tien onbezorgd in en uit het water. Ik kijk er met verbazing en lichte bewondering naar terwijl ik nog een paar passen verder strompel. Dit Franse meertje heeft de typisch Franse bodembedekking: grote kiezelstenen. En blijkbaar ben ik er niet op gebouwd om daar enigszins normaal overheen te lopen. Voorzichtig loop ik verder, ik verbijt de pijn van de steentjes die in mijn voeten prikken en steken.

Hoe verder ik kom, hoe kouder het water wordt. En dat terwijl het vandaag zo’n 37 graden is! Het water is duidelijk nog niet opgewarmd, zo aan het begin van de zomer. Mijn knieën zijn onder water, mijn bovenbenen deels. Ik besluit me achterover in het water te laten vallen, dan kan ik zwemmend verder en mijn voetzolen verlichting brengen. Het besluit is in mijn hoofd makkelijker genomen dan in werkelijkheid uitgevoerd, het water is écht erg koud. Met één beweging gooi ik me toch maar achterover.

De kou krijgt direct vat op me en met één ruk schiet ik rillend overeind, onhandig wiebelend op de prikkende steentjes. Is dit wel een goed idee, zwemmen in dit meertje? Ik plens water over handen en armen en laat me – langzaam dit keer – weer in het water zakken. Voorzichtig zwem ik een paar slagen, het gaat, het lukt, het is te doen. Ik zwem verder, onder de lijn door die het ondiepe deel scheidt van het diepere gedeelte van het meertje.

Omdat ik geen idee heb hóe diep het verderop zal zijn (en dus hoe koud), besluit ik evenwijdig aan de zwemlijn mijn baantjes te trekken. Enthousiast ga ik van start met een snelle schoolslag mét onder-water-uitademen. Na zo’n vijftien meter moet ik alweer stoppen. De kilte van het water is letterlijk even adembenemend. In een veel rustiger tempo zwem ik verder, dit keer met mijn hoofd bóven water. Na een aantal keren heen en weer langs de lijn, voel ik hoe mijn lichaam zich langzaam heeft aangepast aan de watertemperatuur.

Opnieuw probeer ik onder water uit te ademen en nu gaat het wel goed. Na een paar baantjes schoolslag switch ik naar borstcrawl. ‘Je moet je hoofd dieper in het water steken, dat is het enige nog, voor de rest heb je de borstcrawl te pakken’. Het advies van de zwemtrainster klinkt ineens door mijn hoofd. Ik besluit haar advies hier in de Franse Alpen uit te proberen. En het lukt! Ik merk dat ik inderdaad mijn hoofd meer in het water moet leggen en belangrijker nog, dat ‘ie daar moet blijven liggen. Na elke ademhaling heb ik de neiging mijn koppie weer uit het water te tillen.

Ik krijg het tijdens deze eerste vakantiezwemtraining nog lang niet onder de knie, maar voel dat ik weer een stapje verder ben gekomen, weer progressie heb geboekt. Tijdens het rustig uitzwemmen kijk ik nog eens goed om me heen. De hoge bergen, de woestheid en tegelijkertijd schoonheid van de natuur, ik voel me nietig tussen al dit natuurschoon en bevoorrecht hier te mogen zijn op deze prachtige plek. Wederom adembenemend!