Blog: Dik en blauw
oktober 22, 2014 //Dit had een blog moeten worden over mijn 21 haarspeldbochten op de Stelvio, die beruchte berg in Italië. Over hoe ik – lichtelijk ongetraind – tóch de top heb gehaald. Dat ik wel regelmatig even moest afstappen, omdat ik last had van de hoogte (de top ligt op 2758 meter) en letterlijk naar adem liep te happen. Dat ik zowel trots ben (ik heb doorgezet en heb de top gehaald) als iets minder trots (ik heb ‘slechts’ de laatste 7 kilometer gereden in plaats van de hele berg). Maar dit wordt geen blog over die prachtige, imposante rotberg. Het wordt een blog over een dikke, blauwe enkel…
Begrijp me niet verkeerd, die Stelvio heb ik echt gehaald zoals ik hierboven heb beschreven.. Maar ja, de realiteit is dat we ondertussen alweer een maand verder zijn en ik onlangs mijn enkel heb verstuikt. Het gebeurde toen ik voor het eerst ging hardlopen met de overbuurvrouw. Gezellig kletsend rennen we het dorp uit. Wonder boven wonder ben ik niet direct buiten adem door al dat gepraat en kan ik de buuf – die langere afstanden rent dan ik- goed bijhouden. Eenmaal buiten het dorp en de provinciale weg overgestoken, belanden we op een boerenweggetje dat na een tijdje overgaat in een betonnen fietspad. In het donker rennen we verder, geen lantaarnpaal in de buurt. Toch maak ik me geen zorgen, hier loop ik in mijn eentje immers ook regelmatig. Ik weet de weg, ik weet wat er gaat komen, niks aan de hand.
Totdat op de provinciale weg ons een vrachtwagen tegemoet rijd, met groot licht. In het donker word je dan dus snel verblind. Ik zeg nog tegen mijn loopmaatje: “Ik ga even langzamer hoor, ik zie niks meer, straks loop ik zo de sloot in.” En hopla, ik heb het nog niet gezegd of daar ga ik al. Een misstap, mijn voet belandt in de berm in plaats van op het betonpad. Zwik, plof, boem, au! Een felle pijnscheut door mijn enkel terwijl ik op mijn kont in de natte berm beland. Na wat gevloek sta ik weer op. Oei, lopen gaat moeilijk. Voorzichtig zet ik een paar passen, de pijn trekt weg. Ik denk dat het wel meevalt en begin voorzichtig weer te joggen.
Ik voel mijn enkel nog wel, maar de pijn is niet onoverkomelijk. En dus rennen we door, samen leggen we een mooie afstand van 5,4 km af. Eenmaal thuis merk ik dat mijn enkel snel pijnlijk wordt. Been omhoog dus en een ijszak erop. Helaas, te laat? De volgende dag is mijn enkel dik. In de loop van de dag wordt het alleen maar erger. Als ik mijn twee voeten naast elkaar houd, is het net of er eentje van iemand anders is.
‘Rust’ is het advies van de huisarts. De afgelopen dagen heb ik met mijn voet omhoog gezeten, heb ik mijn enkel zo min mogelijk belast. Vandaag heb ik voor het eerst het gevoel dat het de goede kant opgaat: mijn enkel en voet zijn niet meer zo extreem dik en voelen minder stijf. Mijn voet krijgt nu alleen een nieuw kleurtje: blauw, blauw en nog eens blauw. Ik zie het maar als een goed teken, als een teken van herstel. Hopelijk knapt mijn enkel snel weer op en kan ik binnenkort – voorzichtig – weer hardlopen. Samen met de buurvrouw. En dan niet meer over onverlichte weggetjes, maar gewoon veilig door de verlichte straten van het dorp!