Blog: koudwatervrees

juni 18, 2017 //

Van links komt een bootje. Of eigenlijk: een flinke boot, een plezierjacht. “Ik wacht eerst wel even op die boot, ik moet namelijk oversteken en anders komt ik precies onhandig uit”, zeg ik tegen mijn man. Samen met onze kinderen staat hij te wachten totdat ik in het water ga. Ons zoontje van vijf staat alvast te applaudisseren, de lieverd. Nadat ik de boot van links én een kano van rechts heb laten passeren, moet het er toch echt van komen. Vanaf de steiger laat ik me in het water zakken.

‘Oh hemeltjelief, wat koud.’ Ik had natuurlijk al even met mijn voeten in het water gehangen, maar nu ligt mijn hele lijf in de koude plomp. Een paar weken geleden stond het er ineens op mijn trainingsschema: twintig minuten openwaterzwemmen. Tijdenlang dacht ik er al aan: waar zou ik eens gaan zwemmen? Nu is Friesland nogal waterrijk, maar ik heb toch flinke hoofdbrekens gehad over de perfecte locatie. Makkum viel af. Op zich ideaal: je loopt vanaf het strandje rustig het water in. Alleen wordt het over het algemeen niet dieper dan pak ‘em beet knie- of dijhoogte. Uit ervaring weet ik dat dit niet prettig zwemt, je bonkt dan steeds met je knieën of voeten op de bodem. Workum dan? Geen idee hoe diep het water daar is. Oudega? Wordt daar niet veel gesurft? Hindeloopen? Zelfde probleem: ook wind- en kitesurfers. Daar steek ik mijn badmutshoofd liever niet tussen.

Ik wik en weeg en besluit uiteindelijk om tóch gewoon de makkelijkste optie te kiezen: de Trekvaart die door ons dorp loopt. Officieel Elfstedentochtwater, op nog geen honderd meter van ons huis. Als de dorpskinderen er in de zomer in kunnen zwemmen en als de bootjestoeristen er vanaf hun plezierjachtjes in plonzen, waarom ik dan niet?

De kou valt me tegen, ik had verwacht – of op zijn minst gehoopt – dat de watertemperatuur iets aangenamer zou zijn. Mocht ik de komende jaren toch wat serieuzer triathlon willen gaan bedrijven, dan is een wetsuit geen overbodige luxe, al was het alleen maar voor de trainingen. Dat het twee dagen geleden stortregende heeft de temperatuur ook geen goed gedaan denk ik. Er is maar één remedie tegen de kou: in beweging komen. De eerste minuten zwem ik met mijn hoofd boven water, door de kou is mijn ademhaling gejaagd en zit ‘ie hoog. Pas na een minuut of zeven gaat het beter: ik steek mijn neus onder water en nog eens en nog eens. Schoolslag en borstcrawl worden afgewisseld, ik merk dat ik gewend ben aan de temperatuur.

In de week vóór de Vrouwentriathlon ‘mag’ ik volgens het schema nog een keer in open water zwemmen. Dankzij vandaag heb ik weer iets minder koudwatervrees, weet ik weer even iets beter hoe dat ook alweer voelt: buitenwater. Hoe dat ook alweer zwemt, met je hoofd onder water terwijl je geen zwembadbodem ziet. In Utrecht moet ik er gewoon voor zorgen dat ik op tijd in het water lig, zodat ik mezelf alvast wat kan ‘warmzwemmen’. Dan komt het vast allemaal goed. En een groot voordeel van de Haarrijnseplas ten opzichte van de Trekvaart: ik hoef mijn eigen ladder niet mee te nemen om uit het water te klauteren!