Blog: Wedstrijdzenuwen in de winter

december 23, 2015 //

Wat moet ik áán? Een jasje is veel te warm, maar kan een lange broek wel? En hoe hard moet ik eigenlijk van start gaan? Het is winter en toch heb ik wedstrijdzenuwen. Mijn sportcoach heeft namelijk bedacht dat het wel handig is om deze winter aan wat hardloopwedstrijden en crossloopjes mee te gaan doen. En dus loop ik in december te stressen om mijn outfit. Want ik doe mee aan de Gaasterlân-Run.

Ik loop ook te stressen over het parcours: was het nu deels onverhard of toch niet? En de opbouw: moet ik hard van start gaan of proberen te knallen op het eind? En waar kunnen we parkeren? Hoe zit het met het ophalen van het startbewijs, vanaf hoe laat kunnen we er terecht en waar is dat? De controlfreak in mij vindt het toch best lastig om dit soort dingen niet te weten. Het liefst zou ik een week van te voren naar de locatie rijden, alles rustig bekijken zonder al die andere deelnemers. Omdat me dat toch net iets té ver gaat, doe ik het niet. En stress ik dus gewoon maar wat door. Gelukkig stelt mijn coach me gerust en geeft ze goede kledingtips en wedstrijdopbouw.

Het lopen met zoveel anderen is even wennen. Gelukkig start ik redelijk vooraan en zijn de wegen breed, ik houd niet van dringen en duwen. Eén van de andere deelneemsters loopt een lang stuk in mijn kielzog. Het zal wel heel normaal zijn, even in de luwte lopen van iemand anders, maar ik vind het irritant. Vooral omdat ze zelf niet even een keer de kop overpakt. Gelukkig loopt ze me een tijdje later voorbij. Nu kan ik me weer richten op mijn eigen ademhaling en race. Af en toe werp ik een blik op mijn stopwatch. Zo kan ik gokken hoever ik al ben en hoever ik nog moet.

Vijf kilometer, dat is de afstand waarvoor ik me heb ingeschreven. Tijdens duurtrainingen doe ik daar ongeveer 33 tot 35 minuten over. Ik hoop vandaag ergens rond de 30 of 31 minuten te kunnen lopen. Of het haalbaar is, weet ik niet. Een snelle tijd (snel voor mijn doen dan) is afhankelijk van vele factoren: het weer, of ik me niet teveel laat opjutten of beïnvloeden door andere deelnemers, het parcours en natuurlijk: de vorm van de dag.

Het weer werkt goed mee, op het eind heb ik het zelfs toch nog te warm. In december notabene! De andere deelnemers werken ook prima mee, velen halen me in, maar ik weet er zelf ook voldoende voorbij te streven en vóór te blijven. Zoals die jonge jongens, die vlak voor de finish nog een eindspurt inzetten. Ik hoor ze achter me aanzetten en dat motiveert mij om ook nog even gas bij te geven: ‘ik laat me toch niet vijf meter vóór de meet inhalen door een stel broekies zeg!’ Het parcours bleek volledig verhard, daar heb ik zeker voordeel aan gehad. In januari staat er een echte cross op onverhard terrein op het programma, dat wordt echt afzien vrees ik.

Dan nog de vorm van de dag. Die bleek best goed. Het meest vecht ik in de laatste 1,5 kilometer tegen mezelf en de warmte, ik snak naar een zuchtje wind, naar een flintertje verkoeling maar we lopen hier beschut tussen de bomen. Als ik over de finish kom, klok ik 30.02 op mijn stopwatch. Hmm, net niet onder de 30 minuten. Heel even een vlaag van teleurstelling, maar al snel ben ik toch tevreden. Niet slecht voor zo’n eerste keer, met al dat gestress vooraf. Een dag later publiceert de organisatie de uitslag: 29.57! Tóch onder de 30 minuten, yes! Dik tevreden ben ik. Een mooie tijd om ergens in 2016 eens te gaan verbeteren!