Blog: Zwemmende angsthaas
februari 22, 2015 //Het is tijd om met de billen bloot te gaan. Figuurlijk hoor, wees gerust! Ik zal jullie de aanblik op mijn onbedekte derrière besparen. Nee, het is tijd voor een bekentenis…ik ben een watje. Een bangerik, een lafaard, een angsthaas. Ik heb er over het algemeen geen last van, kan prima functioneren, je ziet het niet aan me, maar soms word ik geconfronteerd met mijn eigen gebrek. Zo ook een paar weken geleden, tijdens mijn vuurdoop bij het trimzwemmen.
Al tijden twijfelde ik over de beste aanpak om mijn zwemtechniek (een ouderwetse, niet al te best uitgevoerde schoolslag) te verbeteren. De baliedame in het zwembad gaf me een goede tip: doe eens mee met trimzwemmen. En zo geschiedde: op maandagavond rijd ik naar het zwembad en ik mag gratis (!) een eerste keer meedoen.
De hele dag heb ik al vlinders in m’n buik: zenuwen. Wie zijn er nog meer? Hoe hard zwemmen de anderen? Het zijn toch niet alleen maar bejaarde dames hè? Of van die übersportieve, afgetrainde Ranomi-klonen? Zoals altijd blijkt dat nadenken over hoe iets zal gaan geen zin heeft: de groep is gemêleerd: mannen en vrouwen van diverse leeftijden en pluimage, allen stuk voor stuk vriendelijk en behulpzaam. En sommige vrouwen zwemmen niet extreem veel harder dan ik. Pfoe, een hele opluchting.
De training is leuk en gevarieerd: schoolslag alleen armen, borstcrawl, samengestelde rugslag, zwemmen met plankjes of flexibeams, interval, de slagen wisselen elkaar in rap tempo af. Ik kan het allemaal redelijk bijbenen. Als we gaan duiken, klap ik echter dicht. Het water inspringen vanaf de kant? Duikend? Over zo’n flexibeam heen? Mij niet gezien! Ik ben ineens weer het kleine meisje dat tijdens de zwemlessen voor het A-diploma door de enge, strenge badjuf een keer in het water werd geduwd (‘ga maar duiken’) en als een baksteen naar de bodem zonk. Ik blokkeer volledig. Mijn armen zijn naar voren gestrekt, langs mijn oren, mijn bovenlijf buigt voorover, mijn lijf is klaar voor de duik maar mijn geest durft niet.
De zweminstructrice is begripvol en helpt me. Tikt op het water, net onder mijn handen. “Kijk, hier is het al. Laat je gewoon rustig voorover zakken, je hoeft niet te springen.” Ze geeft me de tijd. Ik wiebel heen en weer, kijk naar het water, twijfel, geef mezelf op m’n kop. En dan laat ik me eindelijk voorover zakken. Voor mijn gevoel klap ik plat op mijn buik, de zweminstructrice en één van de vrouwen verzekeren me dat dit niet het geval is, dat het goed ging. Ik baal van mezelf, wat een schijterd ben ik toch. Terwijl ik hangend aan de kant uitbibber van de spanning realiseer ik me dat het niet erg is. Want ik heb het tóch gedaan, ondanks de angst. En volgende week? Dan probeer ik het gewoon weer. Ik ben dan wel een angsthaas, maar wel één met lef en ballen!