Zenuwen en goede tijden bij zwemtest divisieteams

februari 25, 2016 //

Stuk voor stuk zijn ze zenuwachtig, de leden van 1eDvisiteam en 2eDivisteam van Vrouwentriathlon-Siosport. Op zaterdag 6 februari stond de eerste test van 2016 op het programma: 500 meter zwemmen. De resultaten van deze test, de hardlooptest in de winter en de uitslag van de Zwemloop bepalen mede de opstelling van de eerste wedstrijd op 15 mei in Enschede (1eDivisie) en op 24 april in Arnhem (2eDivisie Noord).

Roos van Leengoed van het 1eDivisieteam vertelt hoe zij de zwemtest heeft ervaren: “Van te voren was ik best een beetje zenuwachtig. Vorig jaar had ik de test nog in schoolslag gezwommen. Ik had toen al wel een borstcrawlcursus gedaan, maar het lukte me toen nog niet om 500m achter elkaar te borstcrawlen. Laat staan in een behoorlijk tempo. Met mijn schoolslag zwom ik toen onder de 10 minuten en daar was ik heel tevreden mee.”

Ook Astrid de Baat, lid van het 2eDivisieteam, was behoorlijk zenuwachtig op 6 februari: “Toen ik wist dat ik deel uit zou maken van het team, ben ik direct meer gaan trainen: extra zwemtrainingen, oefenen op het keerpunt en ik ben ik op dieet gegaan. Op 6 februari was ik vier kilo lichter, maar reed ik desondanks met lood in mijn schoenen richting Utrecht. Ik vond dat ik mezelf flink verbeterd had in het zwemmen, maar wist dat het echt geen topperstijd zou worden. Ik was zo nerveus en toen ik van start ging, kwam me dat niet ten goede. Een versnelde ademhaling is nu eenmaal niet handig onder water.”

Ondanks de zenuwen lukte de borstcrawl toch goed bij Roos. “Afgelopen winter heb ik lekker doorgezwommen, één tot twee keer per week. Op zich gaat het wel beter, maar ik heb toch nog vaak het gevoel dat ik flink in het water lig te ploeteren. Met pull bouy gaat het een stuk beter en lig ik stabieler in het water. Maar de zwemtest was natuurlijk zonder hulpmiddelen!”

Roos had er vooraf een hard hoofd in, verwachtte niet onder de 11 minuten te kunnen zwemmen. Vooraf in de kleedkamer werd een rondje voorspellingen gedaan. “Ik gaf aan 10 minuten en 30 seconden. In training zit ik meestal rond de 11 minuten, maar ik hoopte dat de adrenaline van de test me iets sneller zou maken.” Die adrenaline hielp inderdaad, Roos klokte een tijd van 10.18. “En daar was ik heel tevreden mee. De langzaamste van het team, maar voor mijn gevoel moet een tijd onder de tien minuten op de 500 meter dit seizoen een keer gaan lukken. Helemaal als het een wedstrijd met wetsuit is.”

Astrid had haar eindtijd vooraf goed ingeschat: ze hoopte op 10.30 minuten, haar uiteindelijke tijd werd 10.33. “Je kunt dan tevreden zijn met slechts 3 seconden langzamer, maar ik was toch een beetje teleurgesteld. De tijd had namelijk ook 3 seconden sneller kunnen zijn en dat geeft toch een heel ander gevoel. En zo concludeer je dat er nog steeds veel te leren valt. En zo hoort het ook. Al met al geniet ik van de ‘prestatiedrang’ die ik mezelf opleg als gevolg van deelname aan het divisieteam.”